De allereerste zin van je rapport bepaalt of de lezer verder leest in jouw tekst. Die beslissing is onbewust en gevoelsmatig.
Besteed dus extra aandacht aan die eerste zin. Dat kan pas als je tekst al zo goed als af is. Ik daag je uit om dan te experimenteren met die eerste zin. Hieronder geef ik je drie suggesties waarmee je kunt binnenkomen, ook als je denkt dat jouw onderwerp zich niet leent voor een uitdagende eerste zin.
Suggestie 1. Benoem de kern
Begin met één korte zin die de kern van de tekst zakelijk weergeeft. Een onderzoeksverslag over kinderopvang begint met de geslaagde zin: “Voorzichtige tekenen van stabilisatie; dit sectorbeeld komt naar voren in het benchmarkonderzoek onder 281 kinderopvangorganisaties.”
Deze zin is goed omdat die meteen de conclusie van het onderzoek aangeeft. Bij een beleidstekst kun je bijvoorbeeld beginnen met de oplossing voor het beleidsprobleem.
Suggestie 2. Gebruik contrast
‘Flevoland heeft het landelijke ‘nee-tenzij-beleid’ omgebogen naar een ‘ja-want-beleid’. Een spannende eerste zin uit de toekomstvisie natuur en landschap. De schrijver maakt gebruik van de stijlfiguur ‘contrast’ en dat werkt hier.
Suggestie 3. Begin met schokkende feiten, als je die hebt
In een tekst over integriteit onder ambtenaren, staat: Vorig jaar is 532 keer een onderzoek ingesteld naar integriteitsschendingen door ambtenaren. Die hebben in 66 gevallen geleid tot strafontslag. Een duidelijke zin die aankomt bij de lezer omdat hij de cijfers meteen voor zich ziet. Percentages noemen, kan ook effectief zijn. In de zin hierboven: ‘ruim tien procent van de onderzochte gevallen …’
Kort en krachtig formuleren is sowieso goed in de eerste alinea, want het trekt je lezer de tekst in. Dan heeft hij al een deel van je tekst gelezen, dan is hij al geboeid door het onderwerp en is hij geneigd je de langere zinnen te vergeven. Misschien heeft je lezer het niet eens door!
Leef je uit op de eerste zin van je tekst! Ik hoor graag welke zin jij als eerste hebt gebruikt.